Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat hun de [31]dood als een schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden zijn in hun [32]woning, in het binnenste van hen. 30. Of, de dood zal hen, enz. 31. Hij wil zeggen, laat hen schielijk en schrikkelijk omkomen. Zie boven vs.10. Dit spreekt David door den profetischen Geest en ijver des Heeren gedreven zijnde. 32. De plaats waar zij verkeren, of gezelschap, omgang.